Moeizame trainingsfaciliteiten zijn doorslaggevend voor vertrek De Haan

PAPENDRECHT - Peter de Haan houdt het na één seizoen voor gezien bij zaterdagtweedeklasser Papendrecht. “Dat is inderdaad snel voor mijn doen”, glimlacht de oefenmeester wiens carrièrelijn totnogtoe veelal lange verbintenissen met clubs liet zien.

“Ik vind het sowieso een vervelende ontwikkeling dat trainers en clubs tegenwoordig al halverwege het seizoen een beslissing moeten nemen over het al dan niet verlengen van een contract. Dat is eigenlijk veel te vroeg. In mijn situatie kwam daar nog bij dat ik nu al twijfel of ik door moest gaan bij Papendrecht. Mijn gevoel zei: stoppen. De oorzaak daarvan ligt in mijn ergernis over de trainingsomstandigheden. Ooit is in Papendrecht de keuze gemaakt voor een bepaald soort velden, maar in de praktijk komt het er op neer dat die vaak beperkt toegankelijk of zelfs onbespeelbaar zijn. Dat leidt tot trainingen die je op een half veld moet afwerken of -erger nog- afgelasting van sessies."

"Ik baal daar behoorlijk van. Het is me al een aantal keren overkomen dat mijn voorbereiding op een training linea recta de prullenbak in kon. Misschien ben ik de afgelopen tien jaar wel verwend geraakt door de goede accommodaties waarop ik kon werken, maar toch… Dit is voor mij een doorslaggevende factor geweest om deze zomer bij Papendrecht te vertrekken.”

Herpakken
De Haan benadrukt dat hij het ‘best lastig’ vindt om  straks afscheid te moeten nemen van de spelersgroep en de mensen daaromheen. “De verstandhouding met hen is over het algemeen prima. Natuurlijk zullen er straks spelers zijn die het niet erg vinden dat ik weg ga, terwijl anderen het juist jammer vinden, maar da’s overal zo waar een trainer werkt. Het komende half jaar wil ik deze klus zo goed mogelijk afmaken en proberen om van onze huidige middenmootpositie uit wast te klimmen. De start van de competitie was voor Papendrecht uitstekend, met hoge verwachtingen als uitvloeisel daarvan. Vervolgens kregen we te maken met een terugval. Het is nu zaak om ons goed te herpakken en mee te doen om een plekje in de nacompetitie. Zou mooi zijn als we daar in slagen.”