Heimwee naar Gameren

GAMEREN - GVV’63 staat aan de vooravond van de tweede degradatie op rij. Maar binnenkort is er waarschijnlijk weer genoeg tot juichen in Gameren.

De dorpsclub, stijf laatste in de derde klasse D, presenteerde vorige week een vijftal nieuwelingen die de supportershanden na twee jaar kommer en kwel weer op elkaar moeten krijgen. Stefan Blom keert na een avontuur van één jaar terug van Nivo Sparta. Ook spelverdeler Karim Kaaouass is na een uitstapje van één seizoen volgend jaar weer in Gameren te bewonderen. Van Nivo Sparta komen ook Bart Geurts, Matthijs Libbers en Alex Paulussen over. De club maakte bekend dat sterkhouders als Lennart van de Werken, keeper Maikel van Tuyl en Bjorn van Bruchem de club zo goed als zeker trouw blijven.

Met name de terugkeer van de ‘verloren zonen’ Blom en Kaaouass is opmerkelijk. Blom stond bij Nivo Sparta het merendeel van de competitiewedstrijden in de basis, maar ziet voor zichzelf geen toekomst weggelegd in Zaltbommel. De verdediger debuteerde op zijn zeventiende in het eerste elftal van GVV’63 en maakte vorige zomer de overstap naar Nivo. Ondanks dat hij tot nog toe twaalf keer in de basis werd opgesteld, is de 25-jarige speler verre van tevreden.

Wisselvallig
“Ik heb te wisselvallig gespeeld en mijn wens om als één van de routiniers de jongere spelers te coachen, is ook niet helemaal uitgekomen. Als je ziet dat Nivo zich komend seizoen behoorlijk versterkt, wordt het moeilijk om opnieuw een basisplaats af te dwingen. De keuze tussen spelen voor een handjevol toeschouwers in misschien wel Nivo Sparta 2, of voor 300 mensen op het sportpark in Gameren, is dan snel gemaakt. Ik maak nu qua niveau twee stappen achteruit, maar na volgend jaar zien we wel verder. Voor mijn ontwikkeling is het gewoon beter dat ik speel. Bovendien speel ik weer bij een familieclub waar iedereen zich thuisvoelt.”

‘GVV’63 warmer’
Zaltbommelnaar Kaaouass volgde afgelopen zomer oud-GVV’63-trainer John Laponder naar DSC. De sierlijke spelverdeler groeide na een aarzelend begin uit tot één van de steunpilaren van de Kerkdrielenaren die momenteel nog volop in de race zijn voor een ticket in de nacompetitie. Toch houdt Kaasouass (28) het na dit ene seizoen voor gezien bij de derdeklasser.

“Qua sfeer heb ik bij DSC mijn draai niet echt kunnen vinden – ik vind GVV’63 warmer. Het is ook een keuze voor het zaterdagvoetbal. Ik wil op zondag, één dag voordat de werkweek begint, kunnen relaxen. Geen verplichtingen hebben. Ik heb bij GVV’63 zes of zeven seizoenen gespeeld, ik wil net als Stefan weer met mijn vrienden voetballen. Ik ben nu 28. Dat ik per se op het hoogste niveau moet voetballen, heb ik intussen wel losgelaten.”

Optimistisch zegt hij: “Ik heb bij de technische leiding aangegeven dat we zo snel mogelijk kampioen moeten worden zodra we in de vierde klasse spelen. Daar hebben we op papier het materiaal voor. Daar wil graag mijn steentje aan bijdragen. Hoewel ik eerst mijn jaar bij DSC op een waardige manier wil afsluiten. We strijden in Kerkdriel nog volop mee om promotie.”

Mentaliteitsverhaal
Ook Blom wil in Gameren volgend jaar om de hoogste plekken strijden, maar hij verwacht niet dat dit automatisch van een leien dakje zal gaan. “Je kunt wel een ploeg hebben die superieur is aan de tegenstander, maar in de vierde klasse komen er ook andere dingen bij kijken. Daar gaat het niet altijd om mooi voetbal. En kun je het opbrengen als je bij verenigingen moet spelen waar misschien maar twintig toeschouwers langs de lijn staan? Het wordt in de vierde klasse ook een mentaliteitsverhaal.”

Ongekende weelde
Zaterdag pakte het praktisch al gedegradeerde GVV’63 een verdienstelijk punt tegen ASH: 2-2. Daarmee staat de teller op vier punten in twee wedstrijden – een ongekende weelde in Gameren. “We kopen er niks meer voor”, sprak interim-trainer Gilberto Smit met realiteitszin, “maar alle punten die we pakken en het plezier dat we nu eindelijk uitstralen, zijn een opsteker voor volgend seizoen. Dan willen we zo snel mogelijk terugkeren naar de derde klasse. Het niveau waar we willen spelen en waar we thuishoren.”

André van der Vlerk