Eis: werkstraf en smartengeld voor tackle

LEERDAM - Tegen een voetballer van Leerdam Sport'55 2 is 180 uur werkstraf geëist omdat een speler van Sv Meerkerk 3 een dubbele beenbreuk opliep door een overtreding. 

Ook zou Meerkerker Eddie ’t Lam 1.500 euro smartengeld moeten krijgen van zijn tegenstander, plus vergoeding van medische kosten. 

Volgens de officier van justitie was er op 21 september 2013 sprake van het toebrengen van zwaar letsel doordat de 40-jarige Leerdammer te laat een sliding inzette. Het is nog maar de vraag of ook de rechtbank opzet bewezen acht, ook al heeft een medespeler van de verdachte gezegd dat de Leerdammer te laat was met het inzetten van zijn sliding. Andere Leerdamse spelers en een vrouwelijke Leerdam-supporter stellen echter dat het om een correcte maar ongelukkige sliding over de grond ging.

Fruitmand en kaartje
“De negatieve verklaringen achteraf zijn gekleurd door de ernstige gevolgen van de botsing”, zo stelde raadsman mr. J. Bijl namens de Leerdam-speler, die zijn tegenstander een fruitmand en een kaartje had gestuurd. 

Hersteltrainingen
’t Lam kreeg kort het woord om zijn geldvordering toe te lichten. Hij vertelde dat hij werd geraakt toen hij de bal al lang had doorgespeeld. Een jaar na dato heeft hij nog steeds last heeft van de breuken in zijn scheen- en kuitbeen. Hij volgt hersteltrainingen in de hoop weer te kunnen gaan voetballen.

Harde speler
De verdachte is na het incident gestopt met voetbal. Hij omschreef zichzelf als een harde speler, maar hij stelde dat hij nooit de bedoeling had om zijn tegenstander bewust te raken. Op de vraag hoe vaak de man in de dertig jaar dat hij voetbalde een rode kaart heeft gehad, zei hij: “Dat is denk ik op de vingers van een hand te tellen.”

Volgens hem was er geen sprake van een grimmige sfeer, al was er wel discussie over een penalty die de clubscheidsrechter van Meerkerk aan de thuisclub toekende. Na het incident werd de wedstrijd gestaakt bij een stand van 2-1 voor Sv Meerkerk.

De clubscheidsrechter vermeldde in zijn rapport dat de medespelers van de verdachte nog hadden geroepen ‘Niets doen’ toen hij op zijn tegenstander af rende. De verdachte noemde dat onzin. “Alsof mijn medespelers wisten dat dit zou gaan gebeuren.” 

Uitspraak: 11 november.