Timo Epping met Drechtstreek op avontuur
Nieuws 41 keer gelezenPAPENDRECHT - Drechtstreek en zijn doelman Timo Epping gaan aan iets nieuws beginnen: het avontuur in de eerste klasse. “Als sportman wil ik kampioen worden, als realist zeg ik dat we heel tevreden mogen zijn als we ons handhaven”.
Nog maar een paar jaar geleden maakte Drechtstreek ‘vast’ deel uit van de derde klasse en leek de Papendrechtse voetbalclub gedoemd tot een bestaan in de schaduw van regionale grootmachten als vv Papendrecht, De Zwerver en Nieuw-Lekkerland. Dat was toen! Heden ten dage behoort de vereniging van voorzitter Joop Zwager tot de topclubs in de regio. Met dank aan een lichting jonge spelers en opgebloeide routiniers werd WNC aan het eind van een krankzinnig seizoen in een beslissingswedstrijd verslagen en kon de kampioensvlag in top.
Achtbaan
“Het was een bizar jaar”, geeft doelman Timo Epping grijnzend toe. “Het leek wel of we in een achtbaan beland waren. We begonnen goed aan de competitie en grepen maar net naast de eerste periodetitel. Vervolgens kwamen we kort voor de winterstop in een prestatieve dip terecht waar we pas tegen het voorjaar weer uit geraakten. Omdat de concurrentie niet bepaald standvastig bleef in het punten pakken, konden we weer aansluiten en er uiteindelijk met de hoofdprijs vandoor gaan. Kortom: het was een voetbaljaar om nooit meer te vergeten.”
Familiegevoel
Epping (27) kwam vorige zomer de gelederen van Drechtstreek versterken. De doelman groeide op bij ZBC'97 en stond vijf seizoenen onder de lat bij Pelikaan. “Van mijn overstap naar Drechtstreek heb ik nog geen seconde spijt gehad”, zegt hij. “En dat roep ik niet alleen omdat we de titel hebben weten binnen te slepen. Ik vind dit gewoon een mooie, warme vereniging met prettige mensen, een club waar een ‘familiegevoel’ hangt. Voor mij wegen dat soort factoren minstens zo zwaar als het prestatieve aspect. Ik weet ook zeker dat aan de sfeer niets zal veranderen nu we in de eerste klasse gaan voetballen. Daar zijn de mensen binnen de club veel te nuchter voor, joh!”