Fusie Beesd en Rhelico voorlopig van de baan

BEESD/RUMPT – Een fusie tussen Beesd en Rhelico is voorlopig van de baan. De vraag naar de locatie voor de nieuw te vormen club, leverde onoverkomelijke problemen op.

Halverwege 2010 zetten Beesd en Rhelico de eerste stappen richting een fusie. Na samenwerking tussen de jeugdcommissies van beide clubs, gingen de besturen met elkaar om tafel. Hieruit kwam een voorstel tot samenwerking naar voren. Beide ledenvergaderingen reageerden hierop positief. Op de vraag waar de nieuwe club zou komen te spelen, werd besloten dat een geheel nieuwe locatie wenselijk was. De accommodatie zou tussen de provinciale weg N327 en de Linge komen te liggen. Na overleg met de gemeente Geldermalsen bleek dit echter niet haalbaar en dus was hergebruik van één van de locaties de enig overgebleven optie.

Veiligheid
En daar liep het vast. Volgens Rhelico was hun sportpark aan de Boutensteinseweg het meest geschikt. Beesd was het daar niet mee eens. Goof Dokman, secretaris in het Beesdse bestuur, legt uit: “Veiligheid is in dit verhaal voor ons het belangrijkst. Wij willen niet dat onze jeugdleden elke keer de provinciale weg moeten oversteken. We kregen ook het idee dat ze bij Rhelico per se wilden dat er bij hun gespeeld zou worden. Ze hebben niet gekeken naar de mogelijkheden om in Beesd te spelen.”
Rhelico-voorzitter Leo van Rijsbergen is hierover teleurgesteld. “Ik vind dit erg jammer en een gemiste kans”, legt hij uit. “In ons voorstel zou de accommodatie zo aangepast worden dat er praktisch sprake is van een nieuwe locatie. Het bestuur van Beesd heeft echter de handdoek geworpen. Daaruit maak ik op dat de echte wil ontbreekt.”

Oud zeer
Dokman nuanceert deze stelling: “We vonden het te snel gaan. Wij hebben voorgesteld om alles eens rustig te gaan bekijken, maar Rhelico hield constant de druk erop.” Van Rijnsbergen kan dit begrijpen: “Ik ben iemand die altijd zo werkt. Ik wil knopen doorhakken. Anders gaat er alleen maar kostbare tijd verloren. En bij een fusie is het zo: hoe langer het duurt, hoe meer leeuwen en beren er op de weg verschijnen.” De gevoeligheden tussen beide verenigingen blijken inderdaad ook een belangrijke rol te spelen, als we Dokman moeten geloven. “Het komt er eigenlijk op neer dat wij niet bij hun willen voetballen en zij niet bij ons. Ik dacht dat het oud zeer wel was verdwenen, maar dat is blijkbaar niet helemaal zo.”

Ondanks dit verhaal is een toekomstige samenwerking niet helemaal van de baan. Dokman: “In de toekomst is het zeker mogelijk om met bijvoorbeeld de jeugd te gaan samenwerken, maar nu maken we even pas op de plaats.” Van Rijsbergen geeft niet op: “Als hun visie verandert en ze weer willen praten, dan hoor ik het wel. Ik ben ervan overtuigd dat een fusie voor iedereen beter is.”