Kerkwijk-trainer Nabil Bouchlal: 'Ik ben geen tovenaar'

KERKWIJK • Nabil Bouchlal wil met Kerkwijk hoge ogen gooien. Er moeten in het eerste seizoen echter geen wonderen van de ploeg van de ex-prof worden verwacht.

Nabil Bouchlal neemt plaats in de reserve-bestuurskamer. Vroeger deed deze ruimte dienst als rookhok, tegenwoordig doet het meer denken aan een verhoorkamer op een politiebureau. Zo'n vlijmscherpe ondervraging hoeft Bouchlal overigens niet te ondergaan. Zijn ploeg sprokkelde in de eerste acht competitieduels de nodige punten bij elkaar en bevindt zich momenteel op een verdienstelijke achtste plaats. En dat is een behoorlijk verschil ten opzichte van voorgaande seizoenen. Daarin bungelde Kerkwijk jarenlang troosteloos onderin de vierde klasse, met de laatste plaats in het seizoen 2017-2018 als absoluut dieptepunt.

Jeugdig elan
Tegenwoordig is er weer jeugdig elan. En het is nu aan Bouchlal om het maximale eruit te halen. Wat dat precies inhoudt, vindt hij wel nog moeilijk te peilen: "Ik vind het nu nog te vroeg, aangezien ik nog niet alle ploegen gezien heb. Laat me in de winterstop maar een reële doelstelling neerleggen. Als we het kunnen blijven opbrengen en als we fit blijven, kunnen we hoge ogen gooien en zijn we een ploeg waarvan moeilijk te winnen is. Alleen moeten we zelf ook onze wedstrijden gaan winnen. We hebben nu vier keer gelijkgespeeld. Dat schiet niet heel erg op."

Knieblessure
Ondertussen luistert Bart de Waal aandachtig mee. Een knieblessure gooide voor hem in de voorbereiding al direct roet in het eten. Flink balen, vertelt het 19-jarige Kerkwijk-talent zelf: "Tijdens de eerste training kreeg ik een blessure aan mijn knie. De aanhechting van m'n knie was overbelast. Ik kon niet springen, niet sprinten. Dat was echt, écht zonde. Ik wilde stappen maken, beter worden en voor prestaties gaan. Dan is het heel frustrerend om langs de lijn toe te moeten kijken. Ik heb niet per se gevreesd voor mijn plek, maar de jongens die speelden hadden wel allemaal wedstrijdritme en conditie, terwijl ik stilstond. Tot Lekvogels-uit heb ik alles gemist."

Desalniettemin heeft De Waal inmiddels terug een plaats in de basiself verdiend. Bouchlal ziet hem als een onmisbare schakel voor Kerkwijk: "Iedereen moet vechten voor zijn plekje, maar ik vind wel dat Bart met zijn voetballend vermogen, balvastheid en creativiteit iets toevoegt wat niet veel spelers hebben. Als je wilt gaan voetballen zoals wij dat willen, zijn dat belangrijke aspecten die je in het team kunt gebruiken. Ik heb al eerder gezegd; we hebben geen ploeg met superveel uitschieters, maar je hebt wel een aantal jongens nodig die qua voetballend vermogen het voortouw nemen. Hij is, zonder de anderen te kort te doen, een speler waarvan je er op dit niveau niet zoveel hebt."

Zes nieuwelingen
In het kielzog van nieuwe trainer Bouchlal kwam afgelopen zomer een zestal nieuwe spelers richting Kerkwijk. Dat schepte hoge verwachtingen in voetbalminnend Bommelerwaard. Het was immers een tegennatuurlijke gebeurtenis voor de vierdeklasser, die juist tal van seizoenen met een elftal voor de dag kwam waarvan het merendeel van de posities blind in te vullen was.

Bouchlal tempert de verwachtingen: "Mensen zijn het natuurlijk niet gewend om spelers naar Kerkwijk te zien gaan, maar het was niet dat er ineens spelers van een eersteklasser of tweedeklasser hier naartoe kwamen, zoals bijvoorbeeld bij SVS'65. Dat is ook niet erg, maar het is wel een nuanceverschil. Alleen Tim en Thomas spelen veel, voor de rest is het elftal hetzelfde als vorig jaar. Toen is Kerkwijk tiende geworden. Als er dan maar zo weinig verschil is, word je in het seizoen daarop niet zomaar even vierde. Ik ben geen tovenaar", aldus Bouchlal, die tot besluit nog even een persoonlijke frustratie kwijt wil. 

"Ik spreek weleens spelers die bijvoorbeeld al jarenlang bij Almkerk 2 spelen, die aan mij vragen wat ze in de vierde klasse moeten, maar wel pretenderen ambities te hebben. Nou, die heb je niet als je zes seizoenen in de luwte in een tweede elftal voetbalt. Als jij de keuze krijgt om in een eerste elftal te voetballen, zou ik me iets meer bescheiden opstellen. Zo lang ik trainer word in de vierde klasse, wie ben jij dan om daar je neus voor op te halen? Daar kan ik heel slecht tegen."