Derdeklassers uit Altena hebben er zin in: ‘Hopelijk een hele competitie’

ALTENA • Bij NOAD’32 behoort Ruben de Waal tot de vaste kern. Bij GDC moet trainer Gerrit Molenaar aan de slag met een sterk gewijzigde selectie en bij Sparta’30 moeten de nieuwelingen, onder wie keeper Dennis Mijdam, zorgen voor een nieuwe impuls.

NOAD’32
Vanzelfsprekend was het niet dat Ruben de Waal bij NOAD’32 ging voetballen. “De meeste familieleden speelden bij Wilhelmina’26, maar ik was eigenwijs en ging bij NOAD’32 voetballen”, lacht De Waal. Inmiddels behoort de rechtsback tot de vaste kern. Hij begint aan zijn achtste seizoen in de hoofdmacht. De 27-jarige Waal voelt zich er helemaal thuis.

“Het is echt mijn cluppie, een echte familieclub en de nieuwe jongens worden gelijk opgenomen”, aldus de fanatieke De Waal, die tot de aanjagers kan worden gerekend bij NOAD’32. “Mijn eerste taak is mijn tegenstander uitschakelen en daarnaast probeer ik ook regelmatig de achterlijn te halen. Als ik ergens slecht tegen kan, is het verliezen”, heeft hij zijn wilde haren nog niet helemaal verloren. 

NOAD’32 kende veel mutaties dit seizoen. “Dat ook Mark Bouman is gestopt, is een aderlating. We hebben een niet al te brede selectie”, vindt De Waal het wel weer lekker, dat de competitie gaat beginnen. “Hopelijk wordt het een volledige competitie. Alleen Schelluinen is erbij gekomen. De rest van de clubs kennen we wel. De ambities bij ons zijn altijd om bovenin mee te doen, al moeten we voor dit seizoen wel realistisch zijn. Ik denk dat als we bij de eerste zes eindigen, we het meer dan goed gedaan hebben.”

GDC
Voor GDC zou het wel eens een lastig seizoen kunnen gaan worden. Jurre van Veen vertrok naar Almkerk en de ervaren Stefan Storchart, Loek de Jong en Wesley van der Wardt gaan in een lager elftal voetballen.

“We hebben wel een jasje uitgedaan in de breedte”, moet trainer Gerrit Molenaar erkennen. “We zijn zeker kwetsbaarder. GDC heeft voor de komende jaren wat tijd nodig”, aldus de trainer, die ook geen optimale voorbereiding heeft gehad door late vakanties. Desondanks is de trainer er niet de man naar om er een huilverhaal van te maken. De 58-jarige Molenaar uit Hank zit dit jaar al 40 jaar in het trainersvak. Bij alle clubs heeft Molenaar lang gezeten. 

Ook bij GDC heeft hij het prima naar zijn zin. “Een geweldige club met een prachtige accommodatie met hele fijne mensen”, wil hij er ook in Eethen een succes van maken. “Het afgelopen seizoen waren we gestart met tien punten uit vier wedstrijden. Dat was dus niet zo slecht en in de beker hadden we thuis geloot tegen Almkerk. Die wedstrijd ging door de coronastop niet door”, bekijkt Molenaar het nieuwe seizoen van de optimistische kant. 

“Ik ga niet zeggen van we moeten dit of dat. We gaan proberen in de bovenste regionen mee te draaien, maar ik ben wel realistisch. Als er een aantal spelers wegvalt, doe ik wel een stapje terug”, aldus de trainer, die dus moet gaan bouwen bij GDC. “Dat past ook wel bij mij. Dat heb ik eerder ook bij HSSC’61 gedaan. Ik heb er wel zin in en heb er vertrouwen in dat het goedkomt. Het is een mooie uitdaging.”

Sparta’30
Dennis Mijdam had er wel oren naar om bij Sparta’30 te gaan keepen. “Ik heb twee slechte jaren bij GRC 14 gehad en heb er een tijdje uitgelegen met blessures en de corona. Bovendien wil ik graag actief blijven in het zaalvoetbal bij CFM/Transito. Bij GRC 14 kon dat niet en bij Sparta’30 heb ik een mooie regeling kunnen treffen om dat wel te combineren”, licht de sluitpost zijn overstap naar Andel toe.

“Ik ben nu 31 jaar en moet ook aan mezelf denken. Ik kende ook al een aantal jongens, dat scheelt en het is een gezellige kleine club. Er staat hier een gemixed elftal met veel jongens uit de eigen jeugd. Met ervaren krachten als Lennart van Andel, Anrico Visser, eventueel Jan de Fijter en de nieuwelingen Wilco van Oord, Martin Kant en mijn persoontje zullen we de kar moeten trekken.” 

Mijdam heeft echt zin in het nieuwe seizoen. “Ik heb nog geen training gemist”, grinnikt de sluitpost. Over de ambities houdt hij zich als nieuwkomer begrijpelijk wat op de vlakte. “Intern hebben we met de nieuwe trainer Peter Burg wel wat besproken, maar dat is niet spannend om naar buiten te brengen. We hopen dat iedereen fit wordt en dan gaan we kijken, waar het schip strandt. We kunnen wel zeggen, we willen dit of we willen dat, maar het belangrijkste is dat de groep zich gaat ontwikkelen. Dan gaan we van daaruit kijken wat er haalbaar is.”