Nieuwe Noordeloos-trainer Erwin Verheij: 'Eerste elftal is altijd het streven'

NOORDELOOS – Ondanks een overschot aan hooftrainers keert Erwin Verheij na één jaar als trainer van een ‘tweede’ alweer terug als hoofdtrainer van een eerste elftal. Bij SV Noordeloos hoopt de 41-jarige Verheij de neuzen dezelfde kant op te krijgen.

Het is tegenwoordig niet gemakkelijk om als trainer bij een eerste elftal aan de slag te gaan. Het aanbod is immers vele malen groter dan de vraag. Toen SV Noordeloos en Laurens Gerlich begin vorige maand bekendmaakten er toch geen vierde seizoen aan vast te plakken, trok die vacature dan ook aan als bijen op honing.

Stappen gemaakt
Één van de sollicitanten was Verheij, die al een verleden bij Noordeloos had als  potentiële nieuwe hoofdtrainer: “Het balletje is ruim drie weken geleden gaan rollen, maar een aantal jaren geleden was er ook al contact. Hoewel ze toen voor een andere trainer kozen, hielden we allebei toch een goed gevoel aan ons gesprek over. En nu zijn we dus alsnog bij elkaar terecht gekomen. Het is een club die stappen heeft gemaakt met een gloednieuw veld, een vernieuwde kantine en nieuwe kleedkamers ”, glundert de in Wijk en Aalburg woonachtige trainer, die Almkerk dus na één seizoen alweer verlaat. 

“Ik heb daar een heel positief jaar achter de rug. De club is prima en het was voor mij een mooie leerschool. Niks ten nadele dus van Almkerk, maar een eerste elftal is toch altijd het streven. Ik vind het trainen van een ‘tweede’ ook moeilijker dan een eerste elftal”, stelt Verheij, die twee voorbeelden noemt: “Bij het tweede ben je altijd afhankelijk van wat er bij 1 gebeurt. Als zij spelers tekort komen, moeten de betere spelers van jouw ploeg doorgeschoven worden. En punt twee; als spelers vanuit 1 naar het tweede worden overgezet, zijn ze teleurgesteld. Hoe krijg je die weer gemotiveerd? Dat zijn lastige dingen.”

Aanvallend
Mede daarom kijkt Verheij reikhalzend uit naar zijn tijd bij de ploeg die op de twaalfde plaats in de vierde klasse D eindigde. Dat had het voornamelijk te wijten aan een abominabele tweede seizoenshelft, waarin het slechts één zege boekte en drie keer gelijkspeelde. Desalniettemin ziet Verheij genoeg perspectief voor een mooi seizoen. 

“Ik heb ze vorig seizoen een aantal keren zien spelen en heb ook een aantal collega-trainers gesproken. Zij zeggen allemaal dat het een frisse en jonge groep is. In de tweede seizoenshelft hebben ze alleen wel heel matig gespeeld. Ik wil ze vooral wat beter verzorgd aanvallend voetbal laten spelen om wat plaatsen te gaan stijgen ten opzichte van dit seizoen. Ik heb er in ieder geval zin in.”