De gulle lach is terug bij Roda Boys

AALST – Hij werd gehaald voor rust, sfeer en harmonie. Dat trainer Pieter Tuns ook kan presteren, weten ze bij Roda Boys allang.

Donderdagavond. Spelers druppelen één voor één clubaccommodatie De Maaskant binnen voor de midweekse training. Bewust te hard uitgesproken, waardoor de plagende woorden worden opgemerkt door de aan zijn sigaret zuigende speler, zegt de nieuwe trainer Pieter Tuns: “Goede speler, die Van den Steenhoven. Jammer dat hij rookt.”

De sympathieke en goedlachse knuffelbeer Pieter Tuns werd halverwege vorig seizoen aangetrokken als opvolger van zijn karakterologische tegenpool: de stoïcijns en wat cynisch overkomende Gerrie Schaap. “Ze noemen mij inderdaad een mensen-mens”, beaamt de Brabander. “Ik ben zeker geen trainer die vloekend of tierend langs de lijn staat, maar ik zeg wel waar het op staat. Ik heb in het leven geleerd: het gaat er niet om wát, maar hóe je het zegt.”

Huzarenstukje
Waar Guus Hiddink niet meer stuk kan bij PSV, diezelfde reputatie geniet Tuns in Aalst. De trainer leidde Roda Boys aan het einde van zijn eerste periode 1997-2001 naar de hoofdklasse. Aan die legendarische prestatie hingen indrukwekkende cijfers: 55 punten en een doelsaldo van 71-17. Een huzarenstukje van de trainer die daarvoor assistent-trainer was bij tijdelijk eredivisionist FC Den Bosch en na Roda Boys succesvol was bij Blauw Geel, Best Vooruit en – tot vorig jaar – Almkerk.

Tuns twijfelde geen moment over een terugkeer op De Maaskant. “Ik heb ruim vijftien jaar geleden bij Roda Boys voor het eerst aan het zaterdagvoetbal geroken en dat is me goed bevallen. Bovendien heb ik dit altijd een hele warme club gevonden met een enthousiaste aanhang. Zeker, de club is weer terug in de eerste klasse en dat maakt het moeilijker dan starten in de tweede klasse. En de vraag is ook of je je eerste periode bij Roda Boys kan overtreffen, maar dit is absoluut een club die bij me past.”

4-2-2
Tuns gooit de 4-3-3 speelwijze van afgelopen jaar overboord: Roda Boys gaat 4-4-2 spelen. “Met Arjan van Vuuren (overgekomen van SteDoCo, red.) en Robin de Keijzer (uit tweede van Kozakken Boys, red.) heb ik vooral aan de linkerkant zoveel drang naar voren, dat ik mooie dingen zie gebeuren als we overstappen op 4-2-2. Van Vuuren is de beste nummer 5 in onze selectie en met De Keijzer voor hem, hebben we twee spelers die van achteruit de achterlijn van de tegenstander kunnen halen.”

Voorin geniet Tuns tal van mogelijkheden om het gemis aan doelpunten door het vertrek van Ozkaya op te vangen. Grote kans dat de oefenmeester het koppel Pascal Ippel en Roel van Delft herenigt. De twee aanvallers vormden ooit de aanvalslinie van Achilles Veen. Daarnaast heeft de trainer met de lange Christiaan van Aalst en de van Zuilichem overgekomen Erik van Dalen twee volwaardige spitsen achter de hand. “Christiaan heeft in de voorbereiding met fris spel indruk op me gemaakt. En Erik heeft zo gigantisch veel snelheid, dat je een ei kunt bakken in de remsporen die hij achterlaat.”

Brein
Het vorig seizoen stroef draaiende raspaardje Frans van den Steenhoven krijgt waarschijnlijk een plek op het middenveld toebedeeld. Daar opereert hij mogelijk met de afgetrainde JP Becht, het brein van de ploeg die ook in de achterste linie uit de voeten kan. ‘Supersub’ Angelo Stoove, terriër Maikel van Opijnen, voor wie Tuns eventueel plannen heeft als vleugelverdediger, en vaste waarde Tobi Tan moeten het uitvechten op het middenveld.

Onder Tuns wordt keeper Jeffrey van der Loo, die Roda Boys in de nacompetitie tegen De Zwerver met fenomenale reddingen op de been hield, opnieuw eerste keus. In september is Van der Loo vanwege werkverplichtingen grotendeels afwezig, waardoor Sander Sonneveld frequent in de basis opduikt. Tan (knie), De Keijzer (enkelbanden) en rechtsback Rik van Leeuwen (vakantie) missen de competitiestart vanwege een blessure.

Bestuurslijstje
Rust brengen in de club en harmonie in de groep. In het bestuurslijstje met prioriteiten staan prestaties niet eens bovenaan. Tuns: “Ik kan ermee leven als Roda Boys zich komend seizoen ‘gewoon’ handhaaft in de eerste klasse. Maar als de sfeer goed is, dan ga je wedstrijden winnen en als we in de eerste vier of vijf wedstrijden veel punten pakken, dan kan het zomaar een mooi seizoen worden.”

André van der Vlerk