ASV Arkel loopt niet weg voor favorietenrol

ARKEL –  Met een sterk verbrede selectie gaat ASV Arkel een nieuwe poging wagen om te promoveren naar de derde klasse. Afgelopen seizoen sneuvelden de bewoners van Schoonzigt in het zicht van de haven, maar als het aan aanvoerder Wesley Swets en nieuwkomer Remie Schuurman van Klaveren ligt vieren de blauwwitten na tientallen jaren weer een kampioenschap.

Wesley Swets (19) is een kind van de ASV-opleiding. Zijn vader keepte en zijn moeder speelde jarenlang bij de damesafdeling en was ook verzorgster op Schoonzigt.

Remie Schuurman groeide op in Gorinchem en voetbalde nagenoeg heel zijn voetballeven bij GJS in Dalem.

“Eén jaar uitgezonderd, niet toevallig ook bij Arkel. Daarvoor heb ik twee jaar bij RKC in de jeugd stage gelopen. Doordeweeks trainen in Waalwijk en op zaterdag spelen bij GJS. Door groeiproblemen kreeg ik last van mijn liezen en werd ik uiteindelijk te licht bevonden. Ik ging weer volledig bij GJS voetballen, maar besloot na een jaar voor Arkel B1 te gaan spelen. Ik kende de leider, enkele spelers en de club van de KNVB-voetbaldagen. Het werd geen best seizoen, na een jaar keerde ik terug bij GJS. En nu dus opnieuw Arkel”, opent Remie Schuurman, student communicatiewetenschappen aan de Universiteit van Utrecht, het interview.

Zuur
“Remie is een van de zeven nieuwkomers. Het past in het huidige beleid van de vereniging. Drie jaar geleden werd Teus Jakobs aangesteld. In het eerste seizoen zouden we ervaring opdoen. Vorig seizoen was het de bedoeling om een periodetitel te pakken en als jonge groep een nacompetitie mee te maken. Het ging voorspoediger, maar helaas verspeelden we in de slotfase onze kansen op rechtstreekse promotie. In de slotwedstrijden van de reguliere competitie waren HSSC’61 en Raptim te sterk. Tot overmaat van ramp deed de gelijkmaker van ODS tegen TEC in de allerlaatste minuut van de nacompetitie ons de das om”, kijkt Wesley Swets, studerend aan de Erasmus Universiteit, nog steeds een beetje zuur.

Druk
“Maar met deze jongens erbij is dit het jaar om kampioen te worden. Afgelopen mei werd de druk, ook vanuit de leden, voor sommige spelers te groot. Ook als team hebben we gefaald, dat mag nu niet gebeuren."

“En dat gaat ook niet gebeuren”, vult Remie zijn ploeggenoot aan. “Als je tien keer tegen HSSC’61 of Raptim speelt, dan moet je negen keer in staat zijn minimaal een punt te pakken. Je mag het niet hardop zeggen, maar je moet er ook niet om heen draaien: dit seizoen moet Arkel wèl kampioen worden.”

Remie kijkt er naar uit, maar zijn hoogtepunt van de week blijft toch wel de vrijdagavond als hij met Jogadores in de zaal speelt. “Ik moet eerlijk zijn, ik ben meer een zaalvoetballer. We spelen nu in de hoofdklassse. Met Richard Smaal als trainer worden we alleen maar beter. Persoonlijk word ik dat ook en dat heeft zijn positieve weerslag op het veld. Teus Jakobs heeft geen moeite met mijn zaalactiviteiten. Hij ziet mij liever voetballen op vrijdagavond, dan tot vier uur in de kroeg hangen”, lacht Remie.

“Het is overigens wel apart. Mijn broertje Jari is international en voetbalt in Feyenoord B1 en ik speel vierde klasse.”

Bewuste keuze
Zijn overgang van GJS is een bewuste keuze. “Wel een moeilijke, want ik had het prima naar mijn zin en de club heeft met Cees Lagendijk een goede trainer. Privé heb ik, door het werk van mijn vader, ook een goede band met Cees. Maar de concurrentie is groot. Eén of twee keer wat minder spelen of geblesseerd raken en je staat er vier wedstrijden naast. Natuurlijk wil ik zo hoog mogelijk voetballen, maar ik moet mij wel ontspannen voelen om goed te presteren.”

Bij dorpsclub Arkel hoopt Remie, die ook in de belangstelling stond van SVW en Unitas, het voetbalplezier terug te krijgen.

Gretig
Wie Arkel van de titel moet afhouden, weten de mannen niet. “Streefkerk is een goede ploeg en misschien Schelluinen of Asperen. Ons struikelblok zal zijn een fysiek sterke tegenstander. We moeten niet de strijd aan gaan, maar van achteruit opbouwend blijven voetballen. Alle ingrediënten voor een titel zijn aanwezig, nu nog uitvoeren. Mogelijk kan Maurice Schopenhouer ons helpen. Hij heeft een brok ervaring en had onze vader kunnen zijn, maar als we hem op de juiste manier gebruiken kan hij van waarde zijn voor de ploeg. Hij is in ieder geval gretig en wil net als wij kampioen worden.”, besluit Wesley.

Theo Sprong