SV Meerkerk-trainer Gert-Jan Koekkoek: ‘Als we aan het eind van het seizoen met lege handen staan, hebben we iets niet goed gedaan’

MEERKERK • Zaterdag staat voor SV Meerkerk-trainer Gert-Jan Koekkoek en zijn mannen de derby tegen VVAC op het programma. Daarna wachten er twee uitwedstrijden aan de overkant van de Lek, om vervolgens Ameide te ontvangen. “Een lastige herstart van de competitie”, beseft de 34-jarige oefenmeester. 

Een kleine 30 jaar geleden trapte de kleine Koekkoek op sportpark ‘t Hoog voor het eerst tegen een bal. “Op jonge leeftijd debuteerde ik in het eerste elftal onder trainer John Vink. Arjan Versluis was geschorst in de finale van de nacompetitie en ik stond in 2006 in de basis tegen NSVV. We promoveerden naar de eerste klasse, toen het een na hoogste amateurniveau. We voetbalden onder meer tegen Rijsoord, VVGZ, Achilles Veen, LRC en Schelluinen.”

Een voetbalseizoen later zakte SV Meerkerk alweer terug naar de vertrouwde tweede klasse. “Ik had de hoop dat we nog weleens terug konden keren, maar het lukte een paar keer net niet. Jammer, want het was een van de redenen voor mij om mijn dorpsclub trouw te blijven. Ik had met mijn vrienden al op het voor mij en ons hoogste niveau gespeeld en dat smaakte naar meer.”

Grenzeloze ambities
Na vijftien jaar als verdediger in de geelzwarte hoofdmacht besloot Gert-Jan Koekkoek op relatief jonge leeftijd het trainersvak in te gaan.

“Bewust, als oefenmeester wil ik wél zien hoe hoog ik kan eindigen. Mijn ambities zijn grenzeloos. Ik heb UEFA-B op zak en heb altijd gezegd rond mijn 35e UEFA-A te willen halen. Door de coronapandemie is het iets anders gelopen dan verwacht, de start van de trainerscursus ligt mogelijk nu iets later. Als trainer heb ik na de reserves van VVAC en een jaar SV Meerkerk nog geen voetbaljaar uitgespeeld als coach. Laten we hopen dat we nu wel de competitie kunnen afmaken.”

Compliment
SV Meerkerk is er in ieder geval klaar voor. “Onlangs kreeg ik een glimlach op mijn gezicht, toen Arkel na de verloren oefenwedstrijd twitterde te hebben verloren van een zeer fit Meerkerk. Toch een compliment voor mijn hardwerkende spelersgroep. We zijn fit en daar zijn we anderhalf jaar geleden mee begonnen. Tijdens de verschillende lockdowns hebben we altijd gebruik gemaakt van de mogelijkheden. De opkomst was altijd goed, ook al gingen we op de weg lopen of een potje tennis dan wel padel spelen. Ook in de afgelopen laatste voetballoze periode. Niet voor niets speelden we goede wedstrijden tegen hoger spelende clubs. We zijn nooit gestopt en die arbeid werpt nu zijn vruchten af”, ziet  Koekkoek.

De meest recente teambuildingsactiviteit is het mooiste voorbeeld. Hij geniet nog na. “Als selectie hebben we 13.598 euro opgehaald voor het Ronald McDonald Huis in Utrecht. Fenomenaal. Niet alleen de voetbal, maar het hele dorp ontplofte. Echt fantastisch hoe ook de spelersgroep zich achter het goede doel schaarde. Op initiatief van mijn vrouw Chantal zijn we gestart en de challenge werd alleen maar groter. De spelers zogen elkaar mee en het werd ook geweldige teambuilding. Fysieke fitheid en frisheid in het hoofd gaan samen. De jongens zijn mogelijk nog meer naar elkaar toe gegroeid, ondanks de vele beperkingen.”

Alle vertrouwen
De vertaling daarvan moet de komende weken op het veld te zien zijn. “We hebben een hele goede voorbereiding gehad, maar we krijgen wel een lastige start. VVAC wordt aanstaande zaterdag een hele nieuwe wedstrijd. Na een mooie opening van het seizoen kwamen deze jonge knapen door blessures in een mindere fase. Zij hebben even hun rust kunnen pakken, maar hebben inmiddels ook weer lekkere oefenwedstrijden gespeeld. Met een prima overwinning afgelopen zaterdag tegen GVV’63. We gaan het zien. Ik heb er in ieder geval alle vertrouwen in om iets moois neer te zetten, om te beginnen op De Put.”

Koekkoek kijkt verder vooruit. “Met zestien man en twee keepers is onze selectie krap en moeten we niet teveel besmettingen krijgen. Aan de andere kant staan jonge en talentvolle spelers als Rik de Leeuw, Milan van Dijk en Bart de Bruijn te trappelen. Aan het eind van het seizoen wil ik niet met lege handen staan. Als dat wel zo is, dan hebben we iets niet goed gedaan.”